Gedwongen arbeid
Arisa komt in Zuid-Aziatische productieketens vaak gedwongen tegen. Soms is het onmogelijk om op het eerste gezicht te zien of er sprake is van dwangarbeid.
Lees hieronder meer
Gedwongen arbeid is een mensenrechtenschending die vele verschijningsvormen kent. Er kan op verschillende manieren druk worden uitgeoefend op een werknemer, waardoor die geen andere keuze heeft dan te blijven werken in een situatie die onmenselijk is, of waarbij er niet of nauwelijks loon wordt betaald. Dit kan door dreiging met geweld, het stopzetten van het salaris of het innemen van identiteitsdocumenten. Doordat werknemers vaak afhankelijk zijn van de werkgever voor huisvesting, is het ook moeilijk om te stoppen met werken.
Met name migrantenarbeiders hebben te maken met gedwongen arbeid, omdat zij in een kwetsbare positie zitten vanwege taal, afhankelijkheid van huisvesting en vaak ook schulden. Tijdens de werving hebben werknemers vaak al een voorschot gekregen, waardoor schulden ontstaan die door het werk moeten worden afbetaald. In andere gevallen ‘spaart’ de werkgever een deel van het loon en wordt dat na een bepaalde periode pas uitbetaald. Op deze manier zit de werknemer voor langere tijd vast aan de werkgever.
Arisa komt vaak dwangarbeid tegen in Zuid-Aziatische productieketens. Soms is het onmogelijk om op het eerste gezicht te zien of er sprake is van gedwongen arbeid. Daarom is het een eerste uitdaging om de situatie erkend te krijgen als gedwongen arbeid. Om dit op te lossen pleit Arisa voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden (‘decent work’) en de betaling van een leefbaar loon.