Op 14 september 2022 publiceerde het Together for Decent Leather-programma, waaraan Arisa deelneemt, een rapport dat ernstige arbeidsrechtenrisico’s in de leerindustrie in Bangladesh aan het licht brengt. Geïdentificeerde problemen zijn onder meer lage lonen, gezondheidsrisico’s als gevolg van onveilige werkomstandigheden, zware vervuiling, onzekere banen en gedwongen overuren. Een van de organisaties die het onderzoek voor het rapport uitvoerde is de Bangladesh Labour Foundation (BLF). Arisa sprak met Ashraf Uddin Mukut, directeur van BLF, over zijn ervaring in de kleding- en leerindustrie in Bangladesh.
Betrokken zijn bij de arbeiders is essentieel
BLF is een niet-gouvernementele organisatie die de belangen van arbeiders in Bangladesh behartigt. Medewerkers van BLF werken daartoe direct samen met arbeiders, op grassroots-niveau. Ashraf legt uit: ‘Om in deze sector te kunnen werken, moet je kunnen communiceren met de arbeiders, werknemers en iedereen die bij de sector betrokken is. Je kunt niet in deze sector werken als je het niet in je hart voelt. Het vereist intrinsieke motivatie. Na kantooruren moet ik het veld in om met de arbeiders te praten, want die werken ook overdag. ‘
‘De meeste mensen die bij BLF werken hebben een vakbondsachtergrond, en hebben dus een goede band met de mensen en partijen die bij dit werk betrokken zijn; van werknemers tot werkgevers en meer, in het hele land. Door deze connecties hebben we een gezonde relatie met de verschillende stakeholders en verlopen onze samenwerken soepel.’
Together for Decent Leather programma in Bangladesh
BLF en Arisa werken samen in het Together for Decent Leather-programma. A: ‘Het programma heeft twee kanten: die in Europa en die in de productielanden. In Bangladesh onderhandelen we met de overheid, werkgevers en andere lokale belanghebbenden. In de leerindustrie in Bangladesh is er echter zeer weinig transparantie. Zo hebben we bijvoorbeeld informatie over afnemers nodig, maar is het praktisch onmogelijk om deze in handen te krijgen. Het Together for Decent Leather-programma helpt ons om dit soort informatie te verkrijgen om onze inspanningen vooruit te helpen en meer transparantie te creëren.’
‘Het programma biedt ook een wereldwijd platform. Via het programma verspreiden meerdere organisaties onze gezamenlijke rapporten, om aan de wereld te laten zien wat de realiteit van de leerindustrie in Bangladesh is. Deze informatie kan producenten helpen om de rechten van werknemers te respecteren. Wanneer de toestand in de industrie verbetert, profiteren de werknemers daarvan.’
Na het Rana Plaza drama: verandering in de industrie begint bij de eis van afnemers
In april 2013 stortte het Rana Plaza-gebouw in Dhaka, Bangladesh in, waarbij 1132 mensen omkwamen en meer dan 2500 anderen (blijvend) gewond raakten. De tragedie veroorzaakte wereldwijd verontwaardiging over de veiligheid en arbeidsomstandigheden van arbeiders in Bangladesh. Ashraf zegt dat de situatie in de leerindustrie in Bangladesh na deze dramatische gebeurtenis enkele veranderingen heeft ondergaan, vanwege nieuw beleid van internationale organisaties en inspanningen van ontwikkelingsorganisaties en andere bondgenoten. ‘Er is meer aandacht voor de bouw en brandveiligheid in fabrieken door afnemers. Hierdoor gebeuren er minder ongelukken in fabrieken. Maar problemen met betrekking tot de algemene organisatie en het management in en van fabrieken blijven bestaan.’
‘Werkgevers en bedrijven denken altijd eerst – of alleen – aan hun eigen bedrijf. Ze denken niet aan hun werknemers. Dus de rechten van arbeiders werden en worden nog steeds genegeerd, minimum lonen ontbraken en ontbreken nog steeds, om nog maar te zwijgen over leefbare lonen, en arbeiders staan nog steeds onder enorme druk vanwege te behalen targets. De problemen in de leer- en kledingsector blijven groot en er moet nog veel gebeuren.’
Volgens Ashraf functioneren de overheid en andere instellingen in Bangladesh reactief in plaats van proactief. ‘Omdat ik ook in andere landen dan Bangladesh heb gewoond en gewerkt , begrijp ik heel goed wat er in dit land gebeurt. In Bangladesh gebeurt er niets totdat de afnemers en bedrijven verandering eisen. Verandering en verbetering worden in gang gezet doordat afnemers erom vragen, niet omdat we er zelf actief mee bezig zijn. Als de inkopers zich niet bezighouden met de faciliteiten in kledingfabrieken, verandert er niets.’
Werknemers die zich organiseren en naar hun rechten vragen, brengen zichzelf in gevaar
Ashraf zegt dat Bangladesh veel wetten heeft die werknemers ondersteunen, maar dat de uitvoering ervan erg slecht is. ‘Door het gebrek aan correcte uitvoering van wetten in Bangladesh zijn arbeiders overgelaten aan hun eigen initiatief om verandering te eisen. Maar met een zeer inactieve en kleine vakbondsbeweging in het land en weinig werkzekerheid, brengt dit een risico met zich mee. ‘In de leerindustrie is er maar één vakbond, met weinig organiserend vermogen. Wanneer arbeiders proberen een vakbond in een fabriek te organiseren of te praten over arbeidsrechten, verliezen ze hun baan. Dit is een groot probleem.’
‘In Bangladesh zijn er geen restricties met betrekking tot het recht van vereniging, collectieve onderhandelingen en vakbonden. Maar ze worden ook niet gestimuleerd of aangemoedigd. Om hier verandering in te brengen, werkt BLF nauw samen met de ILO, EU-commissies en de VN om druk uit te oefenen op de overheid en bedrijven in Bangladesh. Daarnaast lobbyen en pleiten we voor de rechten van arbeiders.’
‘Op arbeidersniveau proberen we een katalysator te zijn voor de vakbondsbeweging in Bangladesh: we kunnen vakbonden niet rechtstreeks steunen, maar we kunnen ze wel motiveren, bewustzijn creëren over de rechten van werknemers en laten zien hoe zich te organiseren en capaciteit te vergroten. Hiervoor geven we trainingen aan werknemers in de informele sector. Deze inspanningen resulteerden in de oprichting van een vakbond.’
Problemen in de Bangladesh kleding- en leerindustrie
Werknemers in de leer- en kledingindustrie in Bangladesh hebben met meerdere problemen te maken. Voor het verwerken van leer zijn bijvoorbeeld veel gevaarlijke chemicaliën nodig. ‘Ongeveer 150 verschillende soorten’, stelt Ashraf. ‘Vooral chroom is enorm gevaarlijk voor de gezondheid van arbeiders. Wanneer we de arbeidsomstandigheden proberen te verbeteren en afnemers en leveranciers betrekken bij de oplossingen, gaat dit veel verder dan alleen rechten van werknemers: het gaat ook over hun gezondheid en levensonderhoud.’
‘Op dit moment kampt de kledingindustrie met een tekort aan arbeidskrachten.’ De arbeiders die in de jaren 70 in deze branche begonnen met werken, kunnen het zware werk niet meer bijhouden. Hetzelfde geldt voor de generaties die na hen kwamen. ‘Werknemers in deze sector werken zes dagen per week, minimaal 10 tot 12 uur per dag. Bovenop deze buitensporige werkuren moeten werknemers de targets halen die door hun leidinggevenden zijn vastgesteld. Targets veroorzaken extra druk en nog langere werkdagen. Hierdoor kunnen werknemers bijvoorbeeld geen gebruik maken van het toilet tijdens werktijd. Dat kost te veel tijd. Op deze manier werken is niet gezond en niet duurzaam. Wanneer mensen dit werk een aantal jaren hebben gedaan is het limiet bereikt en kunnen ze niet meer doorwerken.’
Ashraf gelooft dat een top-down benadering niet werkt om de groeiende problemen in de kleding- en leerindustrie aan te pakken. ‘Overheden en bedrijven bezoeken fabrieken niet om te leren wat de echte problemen zijn die arbeiders ondervinden.’ Het motiveren van belanghebbenden en overheidsfunctionarissen om de situatie voor werknemers te verbeteren is volgens Ashraf een van de belangrijkste uitdagingen voor BLF. ‘We moeten mensen motiveren en laten begrijpen wat er speelt in de kleding- en leerindustrie. Dag na dag, week na week, maand na maand. Een probleem voor het bereiken van duurzame oplossingen is dat overheidsfunctionarissen in Bangladesh heel vaak van baan wisselen. We moeten dus elke keer een nieuw persoon de sector en de problemen laten begrijpen, en ze motiveren om verbeteringen te realiseren. ‘
BLF’s doorzettingsvermogen en motivatie werpen hun vruchten af
BLF onderneemt actie in de informele kledingsector om kinderarbeid uit te bannen. A: ‘In het gebied waar we werken, zijn meer dan 30.000 kinderen betrokken bij kinderarbeid; een enorm aantal. We hebben samen met de overheid een actieplan gemaakt om alle vormen van kinderarbeid uit te bannen en de kinderen te rehabiliteren naar hun geboorteplaats en thuis. Het actieplan is een groot succes vanuit het perspectief van BLF. We werken ook nauw samen met de overheid om de ILO-conventie 138 over de minimumleeftijd om te werken te ratificeren. Als de overheid echt kinderarbeid wil uitbannen, moet ze dit ILO-verdrag ratificeren.’
BLF is ook betrokken bij een tweejarig programma dat werkt aan de naleving van arbeidsrechten en verbetering van arbeidssituatie van leerarbeiders. In de leersector in Bangladesh hebben arbeiders geen contracten, vaste werktijden, betaald verlof of minimumloon. ‘We proberen dit soort compliance problemen bij hun werkgevers en de overheid aan te kaarten. Ook werkgeversverenigingen, het maatschappelijk middenveld en werknemersverenigingen zijn betrokken bij het initiatief. ‘Het is de eerste keer in de geschiedenis van Bangladesh dat een maatschappelijke organisatie een overheidsinstantie heeft gemotiveerd om een actieplan te maken voor een specifieke industrie. Het opstellen van dit actieplan is een belangrijke ontwikkeling en een belangrijke stap voor BLF en alle betrokken actoren in de leerindustrie.’
‘We hopen dat we de komende jaren meer positieve veranderingen kunnen realiseren voor arbeiders in deze sectoren. Samenwerking met organisaties in de landen waar afnemers gevestigd zijn helpen ons om druk uit te oefenen op inkopers, leveranciers en overheden. Het helpt om de arbeidssituatie in deze leer- en kledingsector te verbeteren. Wanneer organisaties als Arisa hun expertise en netwerk in de kopende landen gebruiken om te pleiten voor de rechten van werknemers, zullen de effecten ervan doorsijpelen naar de producerende landen, zoals Bangladesh. Internationale organisaties en internationale bedrijven kunnen helpen om meer transparantie in de toeleveringsketen te creëren. Daarnaast hebben internationale bedrijven de macht om producenten te dwingen de arbeidsrechten van hun werknemers na te leven. Dit komt de arbeiders ten goede en zal uiteindelijk hun levensonderhoud verbeteren.’
Over Ashraf Uddin Mukut, Directeur van de Bangladesh Labour Foundation (BLF)
Ashraf werkt al 14 jaar voor de Bangladesh Labour Foundation. Het was niet altijd zijn droom om voor een organisatie als deze aan de slag te gaan. ‘Ik heb een andere achtergrond. Al op jonge leeftijd begon ik met werken met arbeiders en gaf ik van trainingen aan organisaties. Ik raakte aanvankelijk betrokken bij opleidings- en gespreksprogramma’s als vertaler; er waren toen niet veel mensen die Bangla uit het Engels konden vertalen. Na een tijdje ging ik naar Engeland om te studeren en voltooide uiteindelijk een MBA in marketing. Na mijn terugkeer in Bangladesh benaderde BLF mij om voor hen te werken. Ik begon voor de organisatie te werken en had een passie voor het werken met arbeiders, arbeidersorganisaties en gemarginaliseerde groepen. Ik ben nu nog net zo gepassioneerd voor het werk als op de dag dat ik begon.’
Lees hier ons interview met Rukmini, voorzitter en oprichter van de Garment Labour Union (India): ”Bedrijven, overheden en consumenten hebben verantwoordelijkheid tegenover kledingarbeiders”.