Skip to main content
KledingPersberichtRapport

Nieuw rapport onthult valse beloftes, beperking bewegingsvrijheid in productie voor kledingmerken

By 26 januari 2018juli 15th, 2020No Comments4 min read

Persbericht LIW / Schone Kleren Campagne / Garment Labour Union

Utrecht, 26 januari 2018

Vrouwelijke migranten die werken in India’s kledingfabrieken die leveren aan grote internationale merken zoals Benetton, C&A, GAP, H&M, M&S en PVH, zijn het slachtoffer van moderne vormen van slavernij. In Bangalore, India’s grootste kleding producerende regio, worden jonge vrouwen geronseld met valse beloftes over lonen en andere vergoedingen. Ze werken in kledingfabrieken onder hoge druk voor lage lonen. Hun leefomstandigheden in hostels zijn slecht en hun bewegingsvrijheid is ernstig beperkt. Hoewel ze beweren achttien te zijn, zien veel werknemers er veel jonger uit.

Dit zijn enkele conclusies uit het rapport Labour Without Liberty – Female Migrant Workers in Bangalore’s Garment Industry. De kwetsbaarheid van deze meisjes en jonge vrouwen wordt misbruikt, ze worden bedrogen met valse beloften, hun bewegingsvrijheid wordt beperkt, ze worden geïntimideerd en werken en leven in slechte omstandigheden. Dit zijn vijf indicatoren voor gedwongen arbeid volgens de Internationale Arbeidsorganisatie. Sommige indicatoren betreffen ook lokale arbeiders, maar worden sterker ervaren door migrantenarbeiders.

De onderzochte fabrieken en hun afnemers
De drie fabrieken in het onderzoek behoren tot de grootste kledingfabrikanten in Bangalore. Samen hebben zij meer dan 4000 werknemers in dienst verspreid over verschillende eenheden in het land. Volgens exportgegevens zijn dit hun afnemers: Abercrombie & Fitch, Benetton, C&A, Calvin Klein en Tommy Hilfiger (beide PVH), Columbia Sportswear, Decathlon, Gap, H&M, Levi Strauss, Marks & Spencer. Deze merken hebben meestal een gedragscode die dwangarbeid, kinderarbeid en andere schendingen van arbeidsrechten verbiedt.

In reactie op het LIW-rapport Unfree and and Unfair van januari 2016 over de leef- en werkomstandigheden van migranten in Bangalore, reageerden C&A, GAP, H&M en PVH met enkele concrete toezeggingen. Hoewel er door hen onderzoek is gedaan naar de bevindingen van Unfree and Unfair en een bijeenkomst met leveranciers is geweest, moeten de meeste toezeggingen nog worden waargemaakt.
De reacties op het nieuwe rapport verschillen sterk. Abercrombie & Fitch reageerde helemaal niet. Andere merken zoals Benetton, Columbia, H&M en M&S gaven zeer korte reacties, terwijl Decathlon, Gap, Levi en PVH in meer detail reageerden. In tegenstelling tot C&A, H&M, PVH en Inditex, herkennen merken zoals Benneton en Levi het probleem niet.

Uma komt uit een klein dorp in een noordelijke deelstaat van India, zoals veel van haar jonge collega’s. Ze werd geworven en opgeleid om naar een van de 1200 fabrieken in Bangalore te gaan. Uma ging vroeger naar school en hielp haar moeder, nu naait ze jurken en sportkleding voor H&M, Benetton, C&A, Calvin Klein en andere kledingmerken. Zes volle dagen per week. De doelstelling is honderd stuks per uur. Voor een minderjarige zoals zij – haar collega’s herinneren haar eraan dat ze achttien is, maar ze blijkt slechts vijftien te zijn – is werken in de fabriek in een verre stad moeilijk. Ze mist haar familie en vrienden, duizenden kilometers verderop.

 

Arbeidsmigranten in Bangalore: kwetsbaarheid en misbruik
Uma – haar naam is om veiligheidsredenen veranderd – was een van de werknemers die geïnterviewd werd tijdens een nieuw onderzoek naar de werk- en leefomstandigheden van migrantenwerknemers in drie kledingfabrieken in Bangalore. Officiële statistieken over migranten bestaan niet, maar vakbonden schatten dat er tussen de 15.000 en 70.000 migrantenvrouwen uit de noordelijke deelstaten in de kledingindustrie van Bangalore werken. Voordat ze naar de fabrieken afreizen worden ze opgeleid in vakopleidingscentra in Jharkhand of Odisha. Deze centra maken vaak deel uit van door de overheid gesponsorde regelingen die vallen onder het Skill India programma. Verbetering van vaardigheden is een van de pijlers van Make in India, het belangrijkste initiatief van premier Modi om werkgelegenheid te creëren en economische groei te stimuleren.

Ronselaars staan erom bekend dat ze hun ‘klanten’ niet informeren over hun wettelijke rechten. Ze beloven salarissen variërend van ongeveer €65 tot €105 en andere voordelen zoals gratis accommodatie en eten. Maar bij aankomst in de fabrieken blijken deze beloften vaak onjuist. Migranten verdienen minder dan hun werd verteld, omdat ze moeten betalen voor huisvesting en voedsel. Arbeidsmigranten wonen in hostels met krappe kamers. Ze mogen niet op doordeweekse avonden naar buiten. Alleen op zondag mogen ze twee tot drie uur weg uit het hostel. Veel werknemers zien er jong genoeg uit om vijftien of zestien jaar te zijn, hoewel ze beweren achttien of ouder te zijn.

Veel migrantenwerknemers vertellen dat ze door managers worden uitgescholden in de lokale taal van Bangalore die ze niet spreken, en dat ze constant worden aangespoord om sneller te werken. Dit werd bevestigd door lokale werknemers, die opmerkten dat toezichthouders migranten slecht behandelen en hen beledigen met vulgaire woorden. Volgens hen huilen migrantenmeisjes vaak wanneer dit gebeurt.