Skip to main content
ArtikelNieuws

Winnaars en verliezers van een vrijhandelsverdrag tussen de EU en India  

By 9 mei 2023oktober 9th, 2023No Comments9 min read

Verdwijnt de visserijsector in India straks? En hoe zal het de kleine boer vergaan?  Kan de Indiër er straks nog van op aan dat zijn kaas vegetarisch is volgens de Hindoe-standaarden Moeten patiënten wereldwijd veel gaan meer betalen voor hun -nu nog goedkope- medicijnen uit India? Kunnen lokale overheden bedrijfjes van vrouwen en minderheden straks nog ondersteunen door ze opdrachten te gunnen?  Het handelsverdrag dat de EU graag met India wil afsluiten kan ingrijpende gevolgen hebben, zo blijkt uit een studie. Als India de Europese voorstellen accepteert, zijn er aan Indiase kant slechts enkele winnaars en vele verliezers 

De EU – India onderhandelingen  

Sinds medio 2022 onderhandelen de EU en India over een vrijhandelsverdrag. Opnieuw, want eerder werd ook al zes jaar gepraat over een dergelijk verdrag (2007-2013). Dat liep vast omdat de wensen van de EU en India op veel terreinen mijlenver uit elkaar lagen. Daarin is weinig veranderd, maar wat wél is veranderd is de geopolitieke situatie in de wereld. Zowel voor India als voor de Europese Unie zijn er nieuwe dringende redenen om de banden aan te halen. India zoekt nieuwe vrienden omdat de relatie met China steeds meer gespannen is. Het land was altijd erg op zichzelf maar beseft nu dat het allianties nodig heeft. De EU wil India dat maar geen partij wil kiezen in de oorlog in Oekraïne – meer in het westerse kamp trekken. Verder is de EU gemotiveerd om haar positie te versterken vanwege spanningen tussen China en de VS. Daarbij komt dat handelsverdragen aangaan altijd de prioriteit is van de EU. 

Wat is een vrijhandelsverdrag?  
Anders dan de naam doet vermoeden, is het niet zo “vrij” wat wordt afgesproken in een vrijhandelsverdrag en gaat het niet alleen over handel. Een vrijhandelsverdrag is een vergaande vorm van samenwerking met juridisch bindende afspraken op velerlei gebied. Er worden nieuwe spelregels afgesproken over bijvoorbeeld eisen die aan producten worden gesteld, tarieven voor import en belastingen en rechten van bedrijven zoals patenten en bescherming van merknamen. Als het aan de EU ligt, omvat het handelsverdrag ook afspraken over overheidsaanbestedingen en beperkt het de mogelijkheden voor staatssteun.  
Parallel aan de handelsonderhandelingen lopen onderhandelingen over een investeringsverdrag. Hierin wordt bescherming van buitenlandse investeerders geregeld. Dit biedt bedrijven de mogelijkheid om de staat aan te klagen als het van mening is dat overheidsbeleid haar belangen schaadt. 

Onderzoek naar effecten vrijhandelsakkoord 

Arisa heeft rond deze handelsonderhandelingen vooral aangedrongen op strikte toepassing van de mensenrechtenvoorwaarden die in ieder Europees handelsverdrag worden opgenomen. Dat is belangrijk vanwege de zorgelijke mensenrechtensituatie in India, maar het betreft slechts één bijzonder hoofdstuk in een omvangrijk pakket afspraken. De gevolgen van het hele pakket inschatten is een flinke uitdaging. De Duitse Rosa Luxemburg Foundation ging die uitdaging aan en bracht in kaart wat de mogelijke gevolgen voor India zijn als het land meegaat met de wensen van de EU. Het onderzoek is vooral gebaseerd op de Europese voorstellen omdat over de Indiase (tegen)voorstellen niet veel bekend is. Voor het onderzoek is geput uit allerlei bronnen zoals economische prognoses, onderzoeken naar de gevolgen van vergelijkbare handelsafspraken elders ter wereld, interviews met experts en informatie van Indiase belangenorganisaties die zich hebben uitgesproken omdat het handelsverdrag voor hun sector grote gevolgen kan hebben. Hoewel de Rosa Luxemburg Foundation stelt dat meer onderzoek nodig is, geeft het een beeld van de mogelijke effecten.  

Hieronder delen we zes belangrijke bevindingen uit het rapport. 

1. India en de EU zijn ongelijke partners 

India is qua inwoneraantal inmiddels het grootste land ter wereld en veel groter dan de EU maar het blijft een ontwikkelingsland. Als we de EU en India vergelijken dan zien we dat in EU 5,8% van de wereldbevolking 17,8% van het wereldwijde bruto nationaal product (12,5 biljoen) verdient, terwijl in India 17,8 % van de wereldbevolking 3,3% van het wereldwijde BNP (2,32 biljoen) verdient. En in die cijfers is de grote armoede en interne ongelijkheid van India nog niet zichtbaar. Het rapport van de Rosa Luxemburg Foundation wijst erop dat zulke ongelijkwaardige partners moeilijk een gelijkwaardig akkoord kunnen onderhandelen.  

Waarin de partners ook ongelijk zijn is de mate van openheid en democratische waarborgen bij deze onderhandelingen. De centrale overheid van India spreekt met de EU over dit vrijhandelsakkoord achter gesloten deuren. Regionale overheden in India en belanghebbenden worden niet betrokken er is geen democratisch proces. In de EU zijn een aantal democratische regels afgesproken: de lidstaten en het Europees parlement moeten het onderhandelingsresultaat goedkeuren. Gedurende de onderhandelingen is er een zekere mate van transparantie over het proces, zoals informatiebijeenkomsten voor belanghebbenden. Ook het Europees parlement wordt op de hoogte gehouden.  

2. Landbouw en visserij: voedselzekerheid India onder druk en grote concurrentie 

De Indiase landbouw is overwegend zeer kleinschalig met een groot aandeel vrouwen onder de kleine producenten. De kleine producenten zullen het moeilijk krijgen door de import van Europese, grootschalig geproduceerde, landbouwproducten. Vanwege nieuwe regels rond patenten is bovendien de verwachting dat benodigdheden zoals zaden en kunstmest veel duurder worden voor Indiase landbouwers.  

Het exporteren van landbouwproducten uit India gebeurt nu zeer beperkt. De Indiase overheid heft exportbelastingen op landbouwproducten om de voedselzekerheid van de eigen bevolking te waarborgen. Die heffingen moeten vervallen als het aan de EU ligt, waardoor de Indiase overheid een instrument ontnomen wordt in diens voedselzekerheidsbeleid. Het opheffen van de exportbelastingen op landbouwproducten creëert wel een kans voor (grotere) Indiase landbouwproducenten: zij kunnen hierdoor makkelijker naar de EU exporteren. Zij moeten dan alleen wel voldoen aan hoge EU-standaards wat waarschijnlijk slechts enkele zal lukken. De Indiase export zal zeker niet opwegen tegen Europese import.  

De grootste zorgen bestaan over de zuivelsector. India kent veel kleine zuivelproducenten, vaak coöperaties. De Indiase overheid heeft bij vrijhandelsakkoorden met andere landen de zuivelsector steeds uitgezonderd. De grootste coöperatie van India pleit daar ook nu voor, maar de EU, een grote leverancier van zuivelproducten, wil dat India de markt volledig opent voor haar producten. Dat zal moordende concurrentie tot gevolg hebben.  

Over visserij is het rapport kort: er zijn nu vooral kleine vissers in India, de sector wordt gesubsidieerd vanwege het belang voor voedselzekerheid. Als het handelsakkoord grote Europese trailers toegang geeft tot Indiase wateren, zoals de EU wil, gaat de hele sector ten onder.   

3. Winnaars en verliezers in de industrie 

In de industriële productie zijn er zowel winnaars als verliezers te verwachten. De Indiase sectoren die het meest te winnen hebben bij dit handelsakkoord zijn de sectoren kleding, textiel en leerproducten. Deze sectoren exporteren al veel naar Europa – en dat wordt door een vrijhandelsverdrag gemakkelijker omdat de Europese importheffingen vervallen. Daar staat tegenover dat ook India haar (veel hogere) importheffingen moet terugbrengen; hierdoor krijgen Europese industrieën toegang tot de Indiase markt. Dit wordt onder meer verwacht voor de auto-industrie, chemie en industriële machines. Dit zal heftige concurrentie betekenen voor Indiase producenten. Vooral de Indiase auto-industrie zal hier zwaar onder lijden. Prognoses die gemaakt zijn bij de eerdere onderhandelingen verwachtten een groei van Europese auto’s op de Indiase markt van 26% naar 83%, terwijl de Indiase auto-export naar Europa gelijk blijft: 1,3%.  

Om te mogen exporteren gelden er technische eisen en standaards. Naar verwachting zullen Indiase producenten daar moeilijk aan kunnen voldoen. Bij de eisen voor export naar Europa horen overigens ook arbeidsrechten en milieustandaards. Dat klinkt zeker positief maar de vraag is wat dat oplevert als tegelijkertijd hele Indiase productiesectoren het mogelijk niet gaan redden. 

4. De grondstoffenhonger van de EU 

De EU heeft grote behoefte aan nieuwe bronnen voor grondstoffen, zowel traditionele mijnbouwproducten als zeldzame mineralen voor de energietransitie. In de grondstoffenstrategie van de EU is India aangemerkt als één van de sleutellanden met potentieel voor de winning van ruwe grondstoffen én als land dat haar eigen grondstoffen nu te veel afschermt met belastingen, strikte investeringsregels en milieueisen. De EU heeft daarom een duidelijke agenda: directe toegang tot Indiase ruwe grondstoffen en het wegnemen van al die belemmeringen.  

Dit moet vooral gebeuren via een investeringsakkoord. India heeft ervaring met de consequenties die dergelijke akkoorden kunnen hebben. Investeringsakkoorden met andere landen hebben geleid tot een serie arbitragezaken; bedrijven kunnen de overheid aanklagen als ze van mening zijn dat overheidsbeleid in hun nadeel werkt. De Indiase overheid trok daarbij al vaak aan het kortste eind. Dat is niet alleen een kostbare zaak vanwege de schadevergoedingen maar het betekent ook dat de Indiase overheid haar eigen beleid niet meer kan vaststellen.  

Vanuit die ervaring heeft India een eigen set aan investeringsregels aan de EU voorgesteld waarmee buitenlandse investeerders zich aan nationale wetten moeten houden, en India ruimte behoudt voor eigen beleid, bijvoorbeeld voor milieu, bescherming van volksgezondheid en arbeidsrechten. De EU wil veel verder gaan en investeerders meer rechten geven, hetgeen betekent dat ze geen ‘last’ mogen hebben van beperkend beleid.   

De EU wil verder vergelijkbare afspraken maken over alles wat te maken heeft met energie: winning van grondstoffen voor energie, maar ook transport en dienstverlening rond energie waaronder een “niet discriminerend” recht op energielevering.

5. Medicijnen: prijs en toegankelijkheid onder druk 

India is de “apotheek van de wereld” dankzij grootschalige productie van goedkope medicijnen waarvan het patent is afgelopen. Het land levert 20 % van de generieke medicijnen wereldwijd en 62% van de vaccins. De productie komt onder druk te staan omdat de EU-patenten wil verlengen, voor “gecombineerde medicijnen, nieuwe patenten wil verschaffen en andere drempels wil opwerpen die de productie van generieke medicijnen bemoeilijken zoals langere bescherming van onderzoeksdata van farmaceutische bedrijven. De EU had deze voorstellen tijdens de eerdere onderhandelingen ook op tafel gelegd maar trok ze in na felle kritiek van maatschappelijke organisaties en patiëntenverenigingen in India en wereldwijd. Nu gaan de voorstellen zelfs verder dan de eerste keer. Experts verwachten grote en wereldwijde gevolgen: medicatie kan vele malen duurder worden tot wel 50 keer zo duur waardoor de toegang tot medicijnen voor grote groepen mensen zal worden beperkt.  

6. Overheidsinkoop 

Aanbestedingen en inkoop door de overheid beslaan een aanzienlijk deel van de markt. De EU wil graag meer toegang tot die markt en heeft voorstellen gedaan die wederom verder gaan dan tijdens de eerdere onderhandelingen. Volgens de nieuwe voorstellen moet India alle aanbestedingen op nationaal en regionaal niveau en van specifieke instanties openstellen als ze boven een bepaald bedrag komen. Dit biedt kansen voor onder meer de Europese bouwsector, transport, dienstverlening, kantoorbenodigdheden en ICT.   

Het is onwaarschijnlijk dat Indiase bedrijven dezelfde toegang tot Europese aanbestedingen kunnen bemachtigen; zij zullen veelal niet kunnen voldoen aan technische specificaties of andere eisen die in Europa worden gesteld.  

Maar wat ernstiger is, is dat India hierdoor een belangrijk instrument verliest voor armoedebestrijding en het verkleinen van interne ongelijkheid in het land. Hoewel overheidsaanbestedingen, ook in India, vaak gepaard gaan met corruptie, worden ze ook veelvuldig ingezet om achtergestelde groepen kansen te bieden. Dit is een belangrijk instrument om de ongelijkheid in het land te bestrijden. Er zijn programma’s die micro-ondernemingen steunen of voorrang verlenen aan ondernemingen van minderheden of vrouwen. Als India meegaat met de Europese voorstellen zal hiervoor slechts beperkt ruimte overblijven.

Ter conclusie

De onderhandelingen zijn nog maar net begonnen en lopen naar verluid zeer moeizaam. Dat is geen wonder als we zien wat er voor India allemaal op het spel staat.  

Tegen het licht van de geopolitieke belangen is het opmerkelijk dat de Europese voorstellen zo ver gaan. De vorige onderhandelingen hebben geleerd dat India daar niet in mee zal gaan en nationale zeggenschap wil houden over haar beleid. Of de onderhandelende partijen elkaar zullen vinden is zeer de vraag. Dat de gesprekken lang gaan duren is in ieder geval zeker.